Psilocybe Semilanceata

Inheems in Europa en ook wel bekend als 'Liberty Caps', heeft de Semilanceata niet helemaal dezelfde stoïcijnse geschiedenis als sommige andere magische paddenstoelensoorten. Hoewel hij meestal groeit in een continentaal of oceaanklimaat, is er weinig tot geen bewijs dat de paddenstoel door de eeuwen heen werd gebruikt voor mystieke of spirituele doeleinden, wat nogal vreemd is als je bedenkt hoe dat bij zijn broer- en zustersoorten ging.

De paddenstoel werd voor het eerst opgemerkt in 1799 in Londen, toen een gezin zonder het te weten paddenstoelen plukte en kookte. Een chemicus, August Everard Brande, legde hun reacties vast en verklaarde dat ze soms spontane "aanvallen van vrolijkheid" kregen, klinkt niet zo slecht, toch? De paddenstoel kreeg echter pas in 1838 een naam, toen de Zweedse mycoloog Elias Magnus Fries hem Agaricus Semilanceata noemde, en uiteindelijk Psilocybe Semilanceata werd. Bovendien duurde het tot de jaren 1970 voordat de Liberty Cap recreatief werd gebruikt, mede dankzij Albert Hoffman.

Een van de meer uniek uitziende soorten paddo's, de Liberty Cap wordt tussen de 4cm en 10cm groot met een hoed van 0,5cm tot 2,5cm, relatief klein in vergelijking met de Cubensis. Vers kan de slijmerige paddenstoel variëren in kleur van diep kastanjebruin tot licht olijfgroen en vervaagt tot een bruine of gele tint wanneer hij gedroogd is. Hij komt in bijna heel Europa voor en nu, als gevolg van sporenmigratie, ook in de bossen van de VS en Canada. In tegenstelling tot de Cubensis is de Liberty Caps geen mestminnende soort en groeit in plaats daarvan rond vochtig gras, vegetatie en vochtige gebieden in het algemeen.